Ecotex blog | MULESING |
Merinoschapen in Spanje - foto: Wikimedia Commons
Met mulesing wordt een in de jaren dertig van de vorige eeuw ontwikkelde methode bedoeld om schapen te beschermen tegen myiasis, of huidmadenziekte. Myiasis wordt veroorzaakt door parasitaire vleesvliegen of muggen die hun eitjes leggen in vochtige of warme plekken van het lichaam, bij merinoschapen vaak huidplooien aan de achterkant en het gebied rond de anus. Schapenhouders hebben het over de 'stuit'. Met name de vlieg Lucilia cuprina veroorzaakt myiasis. De maden die uit de eieren komen, boren zich door de huid naar het onderliggende weefsel en scheiden stoffen af die leiden tot weefselafsterving. Dit betekent niets anders dan dat het vlees van het levende schaap begint te rotten. De geur die daarmee gepaard gaat, trekt weer meer vliegen aan wat vervolgens tot nog meer ziektegevallen kan leiden. Myiasis is een zeer pijnlijke ziekte die dodelijk is als ze niet tijdig wordt behandeld. De ziekte komt niet alleen voor bij schapen maar ook bij kippen, konijnen en zelfs bij de mens. Niet overal ter wereld lopen schapen het risico op deze ziekte, vleesvliegen komen alleen voor in gebieden met een hoge luchtvochtigheid.
Om de schapen te beschermen tegen myiasis worden ze ‘gemuleset’. Daarbij worden twee stroken huid van de stuit en een huidstrook van de staart weggesneden, waarna op die plaatsen als gevolg van het zo ontstane littekenweefsel geen wol groeit. Doorgaans wordt de procedure uitgevoerd bij twee- tot tien weken oude lammeren en gebeurt het door ingehuurde specialisten, vaak gelijktijdig met het oormerken van de dieren.
Voor sommigen is mulesing een ‘chirurgische procedure’ die noodzakelijk is om de schapen te beschermen tegen ernstiger ziektes met een mogelijk dodelijke afloop. Voor anderen is het een barbaarse praktijk en onnodige verminking. Voor ons (Ecotex) is het een barbaarse methode die leidt tot onnodig lijden van de schapen en daarom zo snel mogelijk moet worden afgeschaft. Er zijn namelijk alternatieven, waarover verderop meer.
We constateren dat mulesing niet wordt toegepast om de dieren te kwellen maar ook dat het een pijnlijke procedure is die vaak onverdoofd wordt uitgevoerd en waar de dieren nog langer dan een week last van kunnen houden. Van de andere kant is het ook zo dat mulesing leidt tot een aantoonbare afname van myiasis. Het risico dat een dier de ziekte toch oploopt blijft echter bestaan en is met name bij merinoschapen reëel omdat dit ras wordt gekenmerkt door grote huidplooien die een aantrekkelijk doelwit vormen van vleesvliegen. Deze huidplooien zijn het gevolg van een bewust fokbeleid, dat erop is gericht om per dier een maximale hoeveelheid wol te produceren.
Merinoschapen met de kenmerkende grote huidplooien
Sinds ongeveer 2000 is er een groeiende weerstand tegen mulesing. Diverse kledingmerken hebben als gevolg daarvan te kennen gegeven geen wol meer te willen gebruiken van schapen die (mogelijk) gemulest zijn. Met name de Australische schapenhouders en wolindustrie liggen vanwege mulesing onder vuur, omdat het daar nog op grote schaal voorkomt. Anders dan in Nieuw-Zeeland waar het in 2018 werd verboden, is het in Australië nog niet gekomen tot een dergelijk verbod. Het is wat gemakkelijk om de schapenboeren af te schilderen als kortzichtige en bloeddorstige lui, de zeer reële zorg om myiasis speelt bij mulesing wel degelijk een rol.
Wel wordt er geëxperimenteerd met alternatieven, zoals een intensiever gebruik van pesticiden en nieuwe manieren van pijnbestrijding. Daarnaast komt een behandeling met vloeibare stikstof steeds vaker voor, waarbij de huid eveneens afsterft en er zich littekenweefsel vormt. Onderzoek dat hiernaar is verricht lijkt er echter op te wijzen dat deze methode (Freeze Mulesing) voor de schapen niet minder pijnlijk is. Een betere optie lijkt daarom een fokbeleid dat is gericht op minder huidplooien.
Dat de kritiek en de boycots effect hebben, blijkt onder andere uit gegevens van de Australian Wool Exchange (AWEX) volgens welke het aantal schapenfarms dat is gestopt met mulesing of waar schapen alleen onder verdoving worden gemuleset tussen 2011 en 2021 is verdrievoudigd. Toch was in 2021 nog maar 15% van de Australische wol die op wolveilingen werd aangeboden afkomstig van niet-gemuleste schapen.
Vanuit de mode-industrie lijkt de vraag naar mulesing-vrije wol toe te nemen. Dierenwelzijnsorganisatie Four Paws publiceerde in 2020 een lijst met meer dan honderd internationale textielbedrijven die zeggen zich pro-actief op te stellen tegen het mulesen van lammeren. Nadere beschouwing wijst echter uit dat de grote merken die door Four Paws worden neergezet als koplopers op dit gebied, op een of twee uitzonderingen na nog allemaal gemulesete wol gebruiken voor hun producten.
Ook in Zuid-Afrika komt myiasis voor al is het klimaat hier minder gunstig voor parasitaire vleesvliegen. Hier worden echter andere maatregelen toegepast dan in Australië, waarvan de vanuit dierenwelzijn en milieu belangrijkste is dat er niet zo is gefokt op het vermeerderen of vergroten van huidplooien. Het is echter gebruikelijk dat er wordt gewerkt met pesticiden die plaatselijk worden aangebracht.
Biologische wol in de collectie van Ecotex is GOTS-gecertificeerd en is gegarandeerd mulesing-vrij. GOTS is een standaard die zich vooral richt op de verwerking van vezels tot textiel en houdt zich daarom niet bezig met de veeteelt zelf en ook niet met dierenwelzijn. Deze vallen onder de biologische landbouwcertificeringen. Toch biedt de GOTS-certificering een garantie voor biologische veeteelt en dierenwelzijn, omdat GOTS is aangesloten bij IFOAM-Organics International, dat algemene biologische standaarden heeft ontwikkeld, waaronder landbouwcertificeringen. Diervriendelijkheid en bijvoorbeeld een verbod op mulesling maken daarvan deel uit.
Daarnaast komt niet alle merinowol uit Australië. Ook in Zuid-Amerika is schapenhouderij belangrijk en ook daar worden merinoschapen gehouden. De insecten die verantwoordelijk zijn voor myiasis komen in deze koude streken niet voor.
In toenemende mate is er ook wol in de handel die een niet-mulesing certificering heeft. Met name voor de Australische industrie is dat natuurlijk belangrijk. Het is echter niet zo dat wol die deze certificering niet heeft noozakelijkerwijs afkomstig is van gemulesete schapen. Zoals aangegeven is mulesing een probleem dat met name voorkomt in Australië, in de meeste andere gevallen is zo'n niet-mulesing certificering eigenlijk overbodig.
Gerelateerde onderwerpen