Ecotex materiaalinfo | HENNEP |
Tot in de eerste decennia van de twintigste eeuw werd hennep nog beschouwd als een van de belangrijkste agrarische gewassen, een plant die op allerlei manieren bijdroeg aan de economie en het welzijn. Hennep werd dan ook toepast in meerdere industriële sectoren: in de textielindustrie natuurlijk, om er kleding van te maken, maar ook touwen en zeilen. Uit het zaad werd olie geperst die werd gebruikt als spijsolie en in verzorgingsproducten, het hout (de zogenaamde scheven) uit de stengels werd gebruikt in onder andere de papierproductie.
Daarnaast kan hennep (L. Cannabis sativa) worden beschouwd als een van de meest duurzame textielvezels. Dat is niet zomaar:
Toch kwam het gewas in de jaren 1930 in de verdrukking door de associatie met drugsgebruik. In de VS werd in 1937 als gevolg van anti-drugswetgeving een verbod ingevoerd op de teelt van industriële hennep. Opmerkelijk: het Amerikaanse papiergeld werd onder andere gemaakt van hennep en de eerste presidenten van de VS waren henneptelers. Europese landen namen het Amerikaanse verbod snel over en zo verdween de plant decennialang van de akkers.
Het verbod op hennepteelt ging min of meer samen met de opkomst van synthetische vezels en de steeds massalere toepassingen van (goedkopere) katoen. Als wij het hier hebben over hennep, dan bedoelen we industriële hennep en dus niet de soft drugs (marihuana). Het belangrijkste verschil tussen de twee planten is dat de ene soort een vrij hoge mate van THC produceert - tetrahydrocannabinol, de stof die het bewustzijn beinvloedt en waar gebruikers high van worden. Industriële variëteiten van Cannabis sativa bevatten zeer weinig THC.
Met de toenemende vraag naar duurzaam geproduceerde materialen, is ook hennep weer in beeld gekomen. De teeltverboden werden voor en na opgeheven, lang niet overal tegelijk trouwens, en vaak met de nodige restricties. De aangerichte schade is echter niet direct te herstellen. Daarbij is met name te denken aan een kennisachterstand en het feit dat hennep niet (zoals bij andere 'bastvezels' als linnen wel gebeurde) kon worden doorontwikkeld door bedrijven die zich bezighouden met plantveredeling.
Hennep (Cannabis sativa L.) wordt wereldwijd geteeld in meer dan 50 landen. Mondiaal gezien zijn China en Canada belangrijke producenten, in Europa zijn Frankrijk, Duitsland en Nederland de belangrijkste teeltlanden. In Europa is het areaal waarop hennep wordt geteeld binnen tien jaar fors toegenomen, van 20,540 ha in 2015 naar 33,020 ha in 2022. Dit weerspiegelt de EU-doelen voor een circulaire economie waarin hernieuwbare en 'lokaal' geproduceerde materialen een belangrijke rol spelen.
Cannabis sativa wordt in de plantkunde verdeeld in vier hoofdgroepen die samenvallen met verschillende geografische zones waarin de plant het best groeit. De planten uit de verschillende groepen verschillen van elkaar in onder andere lengte, bladvorm, vezelproductie en de tijd dat ze nodig hebben om tot volle wasdom te komen. In Europa is de belangrijkste groep de zogenaamde zuidelijke of Mediterrane hennep, die groeit onder de 50e breedtegraad. Binnen deze groepen zijn er weer verschillende soorten.
De economische waarde van hennep is groot omdat er een groot aantal producten van kan worden gemaakt. Hennep produceert vezels, oliehoudende zaden en houtachtige delen (scheven) die op tal van manieren kunnen worden gebruikt in meerdere industriële sectoren. Een Amerikaans rapport kwam tot een schatting van 25.000 toepassingen voor negen industriële sectoren. Daarvan is de textiel wereldwijd de belangrijkste met 22,8%, gevolgd door personal care-producten (19,7%), voedsel en drank (17,7%).
Mede door het feit dat hennep decennialang verbannen was van de akkers, is er een achterstand in kennis ontstaan. Dit heeft allerlei praktische gevolgen voor met name de textielindustrie. Zo is het moeilijk om zeer fijne garens te spinnen van hennep. Bij vergelijkbare vezels als vlas (linnen) lukt dat wel, met name omdat hier de veredeling van de plant ongestoord is verdergegaan. De hennepindustrie heeft hier een forse achterstand die men nu probeert in te halen. In enkele grote projecten wordt door boeren, wetenschappers en bedrijfsleven samengewerkt bij het zoeken naar en het telen van de meest geschikte henneprassen. Een ander probleem is het verdwijnen van de industriële infrastructuur. Er zijn nog maar weinig spinnerijen die hennep kunnen verwerken. Zelfs op het niveau van de landbouw zijn er uitdagingen. In de textielsector wordt het liefst gewerkt met lange hennepvezels, die gemakkelijker te verwerken zijn. Daarvoor is het echter nodig om de hennep op een bepaalde manier te oogsten, namelijk aan de voet en aan de top van de plant. Pas relatief kort zijn er nu oogstmachines ontwikkeld die dit mogelijk maken.
Hennep is een van de sterkste plantaardige vezels. Precies om die reden werd hennep traditioneel gebruikt voor het maken van touwen, scheepsnetten, zeilen, rugzakken, werkkleding enz. De eerste jeans die Levi Strauss produceerde voor de spoorwegwerkers en mijnwerkers in het westen van de VS waren niet voor niets gemaakt van hennep. Beroemd is het logo van twee paarden die tevergeefs proberen om een tussen hen ingespannen spijkerbroek kapot te trekken. Vanwege hun grote treksterkte worden hennepvezels steeds vaker gebruikt in zogenaamde geotextiel (versteviging van bijvoorbeeld dijken) en als een biobased alternatief voor glasvezel of metaal in zogenoemde biocomposieten. Overigens is dat geen piepjonge ontwikkeling want een eeuw geleden werd hier al mee geëxperimenteerd in de Duitse auto-industrie (DKW) en ook door Ford.
Waarom wordt hennep zo vaak gemengd met (biologisch) katoen, wordt ons wel eens gevraagd. Nu is het mengen van verschillende vezels niet iets dat typisch is voor de hennepindustrie en elke producent zal er zijn eigen ideeën bij hebben. Maar we denken dat we er wel iets over kunnen zeggen.
Ondanks dat het hennep-areaal groeit, is het nog steeds een vrij weinig geteelde plant. De hoeveelheid katoen die wordt geteeld is bijvoorbeeld vele malen groter, zowel gerekend in landbouwareaal als in tonnage. Daarbij komt dat de voor de textiel geprefereerde langvezelige hennep vraagt om speciale oogstmachines die lang niet altijd en overal aanwezig zijn. Om die reden wordt hennep vaak toch verhakseld. Ook deze kortvezelige, verhakselde hennep kan voor textieltoepassingen geschikt worden gemaakt. Hij wordt dan zodanig bewerkt en verfijnd dat hij gaat lijken op katoenvezels en ook kan worden aangeboden aan spinsystemen waarop katoen wordt verwerkt. Om het spinnen verder te vergemakkelijken wordt er vaak een menging toegepast met katoen. Ook mengingen met andere vezels, bijvoorbeeld wol, komen voor.
Uiteindelijk heeft een dergelijke menging tot resultaat dat er meer hennep verwerkt kan worden, ook de kortvezelige. Een niet onbelangrijk bij-effect is dat een menging van hennep/biokatoen goedkoper is dan honderd procent hennep. Daarnaast zal kleding van deze samenstelling, door de toevoeging van de veel elastischer katoen, minder kreukgevoelig zijn dan kleding van pure hennep. Een bij-effect daarvan is weer dat deze kleding minder heet of minder lang gestreken hoeft te worden.
Hennep lijkt altijd een beetje extra toe te voegen, zowel als het wordt gebruikt voor het maken van kleding als voor toepassingen in het interieur (bijvoorbeeld gordijnen, meubelbekleding, kussens). Zoals ook het geval is bij de andere bastvezels worden hennep garens (en bijgevolg ook de stoffen die ervan worden gemaakt) altijd gekenmerkt door een lichte onregelmatigheid. Dit is precies wat ervoor zorgt dat hennep stoffen een 'rijke' textuur hebben. Stoffen van hennep zijn nooit superglad maar altijd levendig, echt stoffen met een 'ziel'.
De kleur van verschillende producties natuurlijke (dus ongeverfde en ongebleekte) hennep kan wel eens uiteenlopen. Hoe kan dat? De kleur van hennep wordt bepaald tijdens het zogenaamde roten, de eerste fase om de vezels van de houtachtige stengel te scheiden. Daarbij laat men de hennep na de oogst op het land liggen, waar hij wordt blootgesteld aan de invloeden van het weer, regen, zonneschijn, en de in de grond aanwezige bacteriën en schimmels. Door het roten verkleurt de stengel van groen naar geelbruin of bruinzwart. De duur van het roten bepaalt de kleur: hoe langer de hennep op het land ligt te roten, hoe donkerder de kleur. Hennep kan pas worden gebaald en binnengehaald als hij een bepaalde droogte heeft, dus in een regenachtige periode zal het roten langer duren en zal de hennep donkerder van kleur worden. Omdat veel Europese hennepsoorten pas in september oogstrijp zijn, juist in een periode dat hier de kans op regen toeneemt, is dat een regelmatig voorkomend fenomeen. Vaak wordt dit door de spinnerijen ondervangen door verschillende batches (soms uit verschillende jaren) met elkaar te mengen, zodat de kleuren niet te afwijkend zijn.
Koel, fris aanvoelend, zomers
Hennep is een vezel met goede warmte-geleidende eigenschappen, wat betekent dat het warmte niet goed vasthoudt. Om die reden voelt hennep-kleding altijd koel en fris aan en is het een ideaal materiaal voor zomerkleding. Daarvoor zijn er nog meer redenen om hennep een perfect zomermateriaal te noemen. Zo is regelmatig aangetoond dat hennep de opbouw van geurende bacteriën remt, reden waarom wel wordt gezegd dat het een goede anti-bacteriële werking heeft. Het leidt er in elk geval toe dat hennep minder vaak hoeft te worden gewassen, luchten kan soms volstaan. De wat dikkere kwaliteiten hennep, zoals die met name in Europa worden geproduceerd, lijken bovendien te beschikken over goede UV-werende eigenschappen. Zie hierover deze blog over UV-werendheid.
Zoals ook alle andere natuurlijke vezels is hennep een bijzonder goed ademend materiaal. 'Ademend' betekent dat een stof in staat is om lichaamswarmte en -vocht naar de buitenlucht, van het lichaam af te transporteren. Synthetische materialen bezitten deze eigenschappen niet of slechts in zeer geringe mate. Dat komt omdat synthetische vezels feitelijk plastics zijn. Vergelijk het met een plastic zak: die heeft weinig tot geen ademend vermogen, geeft geen lichaamsvocht of warmte door en veroorzaakt daardoor een onaangenaam gevoel.