HET WORDT GEPROBEERD, WIJ DOEN MEE, MAAR WIE STAAT ER STRAKS ACHTER DE MACHINE?

Is het nog mogelijk: Textiel Made in NL?


Het oogsten van vlas, schilderij van Modest Huys

Schilderij van Modest Huys waarop het oogsten van vlas wordt weergegeven.


Deze week bezochten we de Circular Textile Days in Den Bosch, een niet al te grote beurs waar bedrijven zich presenteerden die iets doen op het gebied van ‘circulaire textiel’.  

We raakten er aan de praat met enkele mensen van Fiber Shed Nederland, een ngo waar wij bij zijn aangesloten en die zich ten doel stelt om de regionale textielproductie te herstellen, zodat die op een redelijke afstand van de consument kan worden geproduceerd. Daarbij gaat het alleen over natuurlijke vezels die hier geteeld worden, dus in Nederland met name over vlas/linnen, wol en hennep.

Want hoe gaat dat nu? Vaak worden vezels die bedoeld zijn voor de textiel in het buitenland verwerkt, soms zelfs in het verre buitenland. Enerzijds omdat het daar goedkoper is maar ook omdat de industrie hier simpelweg niet meer bestaat (ook het sluiten van de fabriekspoorten hier had natuurlijk te maken met de kosten). Maar het komt dus voor dat een vezel of materiaal hier wordt geteeld, dan wordt verscheept naar bijvoorbeeld China, en vervolgens weer hier op de markt wordt gebracht. Als het over die omweg via het buitenland gaat, knijpen de greenwashers in de textiel graag een oogje dicht en spreken dan van een Europees product. Overigens zal dat in de toekomst misschien afnemen, want op de Circular Textile Days werden verschillende technieken gepresenteerd die de productieroute van een artikel volledig inzichtelijk maakten.

Er lopen nu allerlei projecten waarbij in Nederland geproduceerde grondstoffen als vlas (linnen), hennep en wol worden verwerkt tot textiel. Zodra het echter gaat over het opschalen van de productie kunnen ook die het meestal niet stellen zonder de in het buitenland gevestigde industrie. Maar ze zoeken wel naar wegen om de productie zo veel mogelijk in Nederland te houden, en waar het niet anders kan zo dicht mogelijk bij Nederland te organiseren, dus in Duitsland, Polen, Frankrijk of Italië. Er zijn in Nederland nog wel enkele breierijen, weverijen en spinnerijen maar toch is niet alles hier mogelijk. Voor bepaalde onderdelen van het productieproces moet dan worden uitgeweken naar het nabije buitenland.

Mooie projecten


Een paar voorbeelden: in Groningen is er het project Wad van Waarde dat colberts van lokaal geproduceerd linnen gaat maken. Eerder was er, eveneens rond vlas, ‘the linen project’ in Arnhem. Gisteren (21-9-2024) besteedde de Volkskrant aandacht aan de Leidse deken, waar men aan de slag is gegaan met wol. En natuurlijk zijn wij zelf al vijftien jaar geleden begonnen met het produceren van stoffen en garen van Nederlandse wol.

Voor ambachtelijke producties is het goed mogelijk om te werken met natuurlijke materialen van hier. Het probleem zit hem steeds in de opschaling. “De keten kan hier nog niet worden gesloten,” vertelde Stijntje Jaspers van Fiber Shed. En dat sluiten van de keten is het doel, dus binnen Nederland van hier geteelde vezels een eindproduct maken. Ook wij zitten te broeden op manieren om dit te doen en we merken ook dat lokale productie veel enthousiasme losmaakt.

Toch zijn er ook wel hobbels. Laten we wel wezen: de industrie is immers niet voor niets vertrokken! Zullen consumenten de onvermijdelijke meerprijs van lokaal geproduceerde producten wel willen betalen? Maar ook: wie wil er nog werken in de industrie? De bemensing van de verkoopafdeling zal wel geen probleem zijn en er zullen vast goede marketeers en communicatie-experts te vinden zijn. Maar wie gaat er straks achter de machine staan?