Steeds meer mensen krijgen last van allergieën. Vaak is er een relatie tussen een allergie en de synthetische materialen die in veel kleding wordt verwerkt. Ook is een groeiende groep mensen gevoelig voor kleurstoffen waarmee kleding geverfd wordt. Wat gebeurt er dan en waar zou je op kunnen letten als je hier zelf last van hebt?
Misschien heb jij weleens irriterende of ziekmakende kleding weggegooid, zonder te weten waar de klachten nou precies door veroorzaakt werden. Schrale troost: je bent niet de enige. Regelmatig worden we gebeld of gemaild door mensen die op de een of andere manier allergisch zijn voor de materialen waarmee kleding gemaakt worden.
Vaak zijn synthetische vezels de boosdoener, maar ook chemische kleurstoffen kunnen allergische reacties oproepen. Volgens huidartsen beseffen veel mensen niet dat hun allergie het gevolg kan zijn van de stoffen waarmee hun kleding is geverfd. Leuk, zo’n vrolijk T-shirtje, maar niet als je er uitslag van krijgt.
Is er een alternatief?
Synthetische verfstoffen werden in de negentiende eeuw ontwikkeld. Eigenlijk komen ze dus pas net om de hoek kijken als je dat afzet tegenover de duizenden jaren dat mensen textiel verfden met planten. Maar dat heeft de kledingindustrie er niet van weerhouden om de eeuwenoude tradities in een mum van tijd overboord te gooien. De nieuwe kleurstoffen waren immers gemakkelijker, grootschaliger en een stuk goedkoper te produceren. Ook niet onbelangrijk: de synthetisch geverfde kleuren zijn gemakkelijker reproduceerbaar. Binnen enkele decennia was de hele industrie ‘om’.
Voor de dramatische gevolgen die veel synthetische kleurstoffen op het milieu hebben, was tientallen jaren nauwelijks aandacht. Inmiddels wordt er heel wat kritischer gekeken. Zo stelde de EU al vóór de millenniumwisseling striktere regels op waar de Europese textielververs zich voortaan aan moesten houden en vanaf 2007 werd regelgeving van kracht onder de verzamelnaam REACH (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of CHemicals).
Een groter publiek werd bereikt met de Detox my Fashion-campagne die Greenpeace in 2011 lanceerde. Centraal stond een lange lijst van gevaarlijke chemicaliën en metalen die in de kledingindustrie werden toegepast. Verontrustend was de boodschap dat bepaalde verfstoffen die in Europa verboden waren in de productielanden in Azië nog ‘gewoon’ werden toegepast.
Is dat een ver-van-mijn-bedshow? Allesbehalve, want ook wij worden geconfronteerd met de gevolgen van die productiemethodes. Zo wees Greenpeace in dit verband op het gebruik van nonylfenol, een sinds 2005 in de EU verboden stof die de hormoonhuishouding verstoort, maar die na het wassen van kleding toch in ons oppervlaktewater belandt en er niet uit kan worden gefilterd.
Het zijn dit soort stoffen die door de huid worden geabsorbeerd en kunnen leiden tot allergieën. Hoeveel mensen een allergie ontwikkelen voor deze verfstoffen is onbekend; lang niet iedereen laat zich immers testen. De mensen die we aan de telefoon hadden, wisten er echter alles van.
Eén reactie op de misstanden in de textielververij is de hernieuwde belangstelling voor plantaardige kleurstoffen. In Japan en Korea, waar meer respect is voor tradities, is de belangstelling altijd groot gebleven, maar ook in Europa worden tegenwoordig meer verfplanten geteeld dan pakweg tien jaar geleden. De voordelen van plantaardige kleurstoffen laten zich raden: ze zijn vaak huidvriendelijker, volledig biologisch afbreekbaar en worden gemaakt uit hernieuwbare bronnen. Niet op de laatste plaats worden natuurlijke kleuren over het algemeen hoger gewaardeerd, bijna iedereen vindt ze mooier dan synthetische kleuren.
Maar er kleven ook nadelen aan natuurlijke kleurstoffen. De wereldbevolking groeit en landbouwgrond wordt steeds schaarser. Hoe wenselijk is het om deze dan te gebruiken voor de teelt van verfplanten (een vraag die trouwens in de middeleeuwen met zijn endemische voedselcrises en hongersnoden ook al werd gesteld).
Maar wat zeggen wij nu tegen de mensen die last hebben van allergieën? Ook biologisch gecertificeerde kleding wordt meestal geverfd met synthetische kleurstoffen. Toegegeven, dat is niet helemaal eco. Maar niet álle synthetische kleurstoffen zijn even slecht voor mens of milieu, zoals ook niet alles wat 'natuurlijk' is per definitie goed is.
Het belangrijkste keurmerk voor biologische textiel, GOTS (Global Organic Textile Standard), biedt hier uitkomst. In feite is GOTS een lange opsomming van criteria, en vooral van allerlei chemische middelen die niet zijn toegestaan in biologische textiel. Dat is prima, maar het verontrustende is natuurlijk dat deze lange lijst dus allemaal middelen bevat die in de productie van conventionele textiel wél regelmatig worden gebruikt.
De GOTS-standaard is niet in beton gegoten maar wordt regelmatig aangepast en aangescherpt. Zaken waar GOTS in het verleden minder op lette, worden nu wel meegenomen in de certificering van goederen en bedrijven. De meest recente versie (6.0) is sinds 1 maart 2021 van kracht.
Met betrekking tot de verfstoffen en de hulpstoffen die bij het verven nodig zijn, is daarin bepaald dat ze onschadelijk moeten zijn voor mens of milieu. Expliciet wordt vermeld dat verfstoffen die bekend staan als allergeen niet zijn toegestaan. Dat geldt natuurlijk ook voor kankerverwekkende stoffen of stoffen waarvan het vermoeden bestaat dat ze kankerverwekkend zijn, alsmede verfstoffen die zware metalen bevatten. Ook natuurlijke kleurstoffen zijn aan regels gebonden: als die worden gemaakt van bedreigde planten- of diersoorten, zijn ze verboden.
Ben jij allergisch voor kleurstoffen, let er dan op dat het GOTS-label aan je kleding is bevestigd. Ook zou je kunnen kiezen voor naturel. De kleding of textiel is dan ongeverfd en ook ongebleekt. Het artikel heeft dan de natuurlijke kleur van de katoen waarmee is gewerkt. Het kan zijn dat er daardoor kleine kleurverschillen zichtbaar zijn die door verven of bleken zouden zijn ' 'weggepoetst' maar van de andere kant verklein je daarmee ook je ecologische voetafdruk.
Voor zowel dames als heren hebben we een aantal ongeverfde artikelen bijeengezet, onder de naam 'Sensitive'.