-
  Ecotex Blog | 29-32025
-

Is katoen een dorstige plant?


Het gangbare verhaal is dat de katoenteelt enorme hoeveelheden water verslindt, vele duizenden liters water zouden nodig zijn om een t-shirtje te produceren. Het beeld van katoen als een 'dorstige' plant is sterk overdreven, blijkt uit een nieuwe studie die eerder deze maand verscheen.


Katoenbollen aan de struik

Foto: K. Adams via Unsplash  



Nieuw onderzoek wijst (opnieuw) op een normale waterbehoefte van katoen


Volgens een studie die eerder deze maand verscheen kunnen alle verhalen over het enorme waterverbruik bij de katoenteelt rechtstreeks de prullenbak in. Het onderzoek werd gedaan door dr. Keshav Kranthi, wetenschappelijk leider van het in Washington gevestigde International Cotton Advisory Committee. Volgens Kranthi is het waterverbruik van katoen in overeenstemming met het gebruikte landbouwareaal voor de teelt.

Aan het Engelse tijdschrift Ecotextile News vertelde Kranthi dat hij het onderzoek opzette vanwege het al jaren rondzingende verhaal dat 10.000-20.000 liter water nodig is om een kilo katoen te telen. Al eerder werd er door experts op gewezen dat dit soort algemene aannames moeilijk gedaan kunnen worden omdat katoen in uiteenlopende omstandigheden wordt geteeld: in verschillende geografische zones met verschillende klimaten, grondsoorten, landbouwmethodes en hoeveelheden natuurlijke regenval. Om met al die factoren rekening te houden moest Kranthi daarom een breed opgezette studie doen. Gedurende vijf jaar (van januari 2020 tot januari 2025) werd op 271 plaatsen in 38 landen dagelijks bijgehouden hoeveel water er op de katoenakkers viel, hoeveel er werd geïrrigeerd en hoeveel water de plant door verdamping weer afgaf aan de buitenlucht. Om een kilo katoen te produceren was volgens zijn berekening gemiddeld 8987 liter nodig. Daarvan werd echter 6500 liter geleverd in de vorm van natuurlijke regenval, zodat de gemiddelde irrigatiebehoefte 2346 liter bedroeg.

In eerdere studies, door onder anderen de Nederlandse ‘waterprofessor’ Arjen Hoekstra werd becijferd dat de katoenteelt ongeveer 2,6% van het wereldwijde watergebruik voor zijn rekening neemt. Kranthi komt tot een vergelijkbare uitkomst, 2,76%. “Dit is in overeenstemming met het landgebruik, want de katoenteelt beslaat ongeveer 2,92% in van het totale landbouwareaal voor eenjarige planten,” schrijft Kranthi in zijn rapport. Net als alle andere landbouwgewassen heeft katoen water nodig, maar het verhaal dat katoen een extreem ‘dorstige’ plant is, klopt volgens deze inzichten niet. Kranthi: “Daar komt bij dat wereldwijd 56% van de katoenteelt voldoende heeft aan alleen regenwater, in totaal meer dan 45% van de totale katoenproductie. Ook dit gegeven zou de misvatting dat katoen een ‘dorstige’ plant is moeten corrigeren.”

Kranthi is niet de eerste die tot deze conclusie komt. Enkele jaren geleden wees de 'Bremer Baumwolbörse' er eveneens al op dat katoen juist een droogteminnende plant is. Ook de relatie tussen katoenteelt en woestijnisering van bepaalde streken (met als beroemdste geval de opdroging van het Aralmeer) bleek niet geheel correct te zijn. Tegenwoordig wordt ook gewezen op de ouderwetse landbouwmethoden uit het sovjet-tijdperk, terwijl ook de teelt van alfalfa een grote rol zou hebben gespeeld. Anderzijds is er ook kritiek geleverd op een studie van Textile Exchange (uit 2014) waarin werd beweerd dat biologische katoenteelt 90 procent minder water verbruikt dan de conventionele teelt. Dat is wel zo, maar later bleek dat dit een vertekend beeld omdat biologische katoen vooral wordt geteeld in gebieden waar het sowieso voldoende regent.

De verwachting is dat de teelt in de toekomst nog minder water zal kosten. De oudste irrigatiemethode, oppervlakteirrigatie, waarbij een akker min of meer onder water wordt gezet, wordt nog in veel gebieden toegepast. De verwachting is dat dit zal gaan plaatsmaken voor modernere vormen waarbij heel gedoseerd wordt geïrrigeerd (bijv. druppel-irrigatie) en tevens de toestand van de akkers door middel van drones beter in de gaten gehouden kunnen worden. Kranthi: “Regenval is een natuurlijk proces waar we geen controle over hebben. De focus zou daarom moeten liggen op praktische, waterbesparende irrigatie-strategieën die wel door mensen gecontroleerd kunnen worden. De nadruk zou gelegd moeten worden op het opvangen en bewaren van regenwater en tegelijkertijd op het efficiënter toepassen van irrigatie, om zo een duurzamere katoenproductie te ondersteunen.”

Een kanttekening die misschien gemaakt moet worden is dat het rapport van Keshav Kranthi voor zover ons bekend niet 'peer reviewed' is, dus niet kritisch bestudeerd door mensen uit het vak. Het rapport is hier te downloaden:

Keshav R. Kranthi, Water footprint in cotton 2020-2024: a global analysis.


VORIGE BLOG   VOLGENDE BLOG