Ierse Donegal-wol
Dit artikel is in Ierland gemaakt van Ierse wol. Zoals overal in Europa was de wolnijverheid hier lange tijd een plattelandsindustrie die vooral door vrouwen op de been werd gehouden. Beroemd zijn de traditionele visserstruien van de Aran Islands, maar ook andere producten zijn er van oudsher vervaardigd. In de kustgebieden, waar de schapenhouderij altijd belangrijk is geweest, kwam de wol doorgaans van inheemse schapenrassen maar gaandeweg is men ook hier in toenemende mate zachtere merinowol gaan importeren uit Zuid-Amerika, Australiƫ of Zuid-Afrika. De laatste jaren wordt echter steeds vaker opnieuw de 'lokale' wol gebruikt. Sommige bedrijven hebben hiervoor een 'erfgoedlijn' opgezet.
Ook deze dekens zijn van lokale wol. De term Donegal-wol verwijst naar het gelijknamige graafschap in het uiterste Noord-Westen van Ierland maar ook naar de wijze waarop de wol hier wordt gesponnen: de wol wordt in de vezel geverfd waarna er vlokjes wol in een afwijkende en vaak contrasterende kleur aan worden toegevoegd. Dit geeft het garen een speciaal effect.
De dekens zijn geweven in de Avoca Mill (naar eigen zeggen de oudste weverij van Ierland en daterend uit 1723) ligt aan de andere kant van Ierland, aan de Ierse Zee. Er wordt hier nog geweven op traditionele weefstoelen, maar daar zullen vooral toeristische motieven achter schuilen. Daarnaast zijn er namelijk ook moderne weefmachines.