Wouw (Reseda Luteola) is een plant die al eeuwenlang gebruikt wordt om geel te verven. De kleurstof zit in de stengels en de bladeren van de plant. Net als de wedeplant (voor blauw) en meekrap (voor rood) is wouw een van de drie natuurlijke kleurstoffen uit planten die van oudsher gebruikt worden om geel te verven in Europa, Noord-Afrika en Azië. In Middeleeuwse stukken staat vaak bepaald dat alleen deze drie planten door het stedelijke verversambacht mochten worden gebruikt om textiel te verven. Behalve wouw worden ook verfbrem en zaagblad gebruikt maar wouw heeft een betere licht- en wasechtheid. Wouw werd vaak verbouwd in de regio’s waar wandkleden geweven werden, zoals rondom Brussel en Doornik.
Wouw is een kleurstof die zich hecht aan textiel door middel van beitsen met zouten. De meest gebruikte zouten hiervoor zijn aluin en wijnsteenzuur.
In de verfzakjes zijn de kleurstoffen en beitsen in de juiste verhouding samengebracht. Zo kan heel gemakkelijk, en stap-voor-stap garen of textiel van wol, zijde, katoen en linnen geverfd worden.
We raden aan om de stof eerst te wassen voordat je gaat verven, zodat eventuele verontreinigingen zoveel mogelijk zijn verwijderd. Vervolgens is het zo dat de hoeveelheid textiel de diepte van de kleur bepaalt. Als je weinig textiel gebruikt (bijvoorbeeld 500 gram) en 250 gram kleurstof, zal de textiel donkerder geel kleuren dan wanneer je meer textiel (bijvoorbeeld 1500 gram) gebruikt.
Daarnaast wordt de kleur ook bepaald door de constructie van de stof (weefsel of jersey) en vooral door de gebruikte materiaalsoort. Zoals je in de voorbeelden beneden kan zien, maakt het nogal wat uit of je wol, zijde, katoen of linnen verft.
Wollen stof |
Zijden weefsel |
Biokatoenen jersey |
Biokatoenen popeline |
|
|
|
|